Vertaling van arm
I arm
you arm
we arm
ik bewapen
jij bewapent
wij bewapenen
» meer vervoegingen van bewapenen
bewapenen
I arm
you arm
we arm
ik wapen
jij wapent
wij wapenen
» meer vervoegingen van wapenen
I arm
you arm
we arm
ik fortificeer
jij fortificeert
wij fortificeren
» meer vervoegingen van fortificeren
Voorbeelden in zinsverband
I saw them walking arm in arm.
Ik zag hen arm in arm lopen.
He extended his right arm.
Hij stak zijn rechterarm uit.
My left arm is asleep.
Mijn linkerarm slaapt.
Let go of my arm!
Laat mijn arm los!
She held my arm firmly.
Ze hield mijn arm stevig vast.
My arm is hurting badly.
Mijn arm doet vreselijk pijn.
An alligator snapped his arm off.
Een alligator heeft zijn arm afgerukt.
Joan broke her left arm in the accident.
Joan brak haar linkerarm in het ongeluk.
The wound in the arm left a scar.
De wonde in de arm liet een litteken na.
Did you see how much this phone costs? It costs an arm and a leg!
Heb je gezien hoeveel deze telefoon kost? Dat is een rib uit mijn lijf!