Vertaling van arming

Inhoud:

Engels
Nederlands
to arm, to reinforce {ww.}
bewapenen 
wapenen
armament, arming, equipping {zn.}
wapening [v] (de ~)
bewapening [v] (de ~)
to arm {ww.}
wapenen
bewapenen
to arm, to build up, to fortify, to gird {ww.}
fortificeren


Gerelateerd aan arming

arm - reinforce - armament - equipping - build up - fortify - girdequip - cater - fort