Vertaling van articulated

Inhoud:

Engels
Nederlands
jointed, articulated {bn.}
geleed
to pronounce, to articulate {ww.}
uitspreken

I articulated
you articulated
he/she/it articulated

ik sprak uit
jij sprak uit
hij/zij/het sprak uit
» meer vervoegingen van uitspreken

to articulate, to put, to state, to utter, to voice {ww.}
verwoorden
uitspreken
vellen
uitdrukken

I articulated
you articulated
he/she/it articulated

ik verwoordde
jij verwoordde
hij/zij/het verwoordde
» meer vervoegingen van verwoorden

to articulate, to word {ww.}
onder woorden brengen
verwoorden
formuleren

I articulated
you articulated
he/she/it articulated

ik verwoordde
jij verwoordde
hij/zij/het verwoordde
» meer vervoegingen van verwoorden

articulate, articulated {bn.}
gearticuleerd
articulate, articulated {bn.}
geleed
to articulate, to enounce, to enunciate, to pronounce, to say, to sound out {ww.}
uitspreken

I articulated
you articulated
he/she/it articulated

ik sprak uit
jij sprak uit
hij/zij/het sprak uit
» meer vervoegingen van uitspreken

to articulate, to formulate, to give voice, to phrase, to word {ww.}
stellen
opmaken
samenstellen
opstellen

I articulated
you articulated
he/she/it articulated

ik stelde
jij stelde
hij/zij/het stelde
» meer vervoegingen van stellen

to articulate, to enounce, to enunciate, to pronounce, to say, to sound out {ww.}
articuleren

I articulated
you articulated
he/she/it articulated

ik articuleerde
jij articuleerde
hij/zij/het articuleerde
» meer vervoegingen van articuleren

to articulate, to formulate, to give voice, to phrase, to word {ww.}
formuleren
vervatten
vertolken
verbaliseren
uitspreken
verwoorden

I articulated
you articulated
he/she/it articulated

ik formuleerde
jij formuleerde
hij/zij/het formuleerde
» meer vervoegingen van formuleren



Gerelateerd aan articulated

jointed - pronounce - articulate - put - state - utter - voice - word - enounce - enunciate - say - sound out - formulate - give voice - phraseclear - express - articulate - convey