Vertaling van assault

Inhoud:

Engels
Nederlands
to assault, to attack, to assail, to rip, to strafe {ww.}
attaqueren
tackelen
aantasten 
aanvallen 
aangrijpen 

I assault
you assault
we assault

ik attaqueer
jij attaqueert
wij attaqueren
» meer vervoegingen van attaqueren

to assault, to storm, to charge, to rush {ww.}
bestormen 

I assault
you assault
we assault

ik bestorm
jij bestormt
wij bestormen
» meer vervoegingen van bestormen

assault, outrage, violation {zn.}
aanslag  [m]
aanranding  [v]
assault, storming, charge {zn.}
charge [v]
stormloop
bestorming [v]
assault, storming, charge {zn.}
charge [v]
stormloop
bestorming [v]
to assault, to dishonor, to dishonour, to outrage, to rape, to ravish, to violate {ww.}
verkrachten
misbruiken
onteren

I assault
you assault
we assault

ik verkracht
jij verkracht
wij verkrachten
» meer vervoegingen van verkrachten

access, attack, aggression, assault, strike, offensive, fit {zn.}
aanval  [m]
attaque
vlaag [v]
offensief [o]
Attack is the best form of defense.
Aanval is de beste verdediging.
assail, assault, attempt to murder, violate {zn.}
zich vergrijpen aan
aanranden 
een aanslag plegen op
to assail, to assault, to attack, to lash out, to round, to snipe {ww.}
aangrijpen

I assault
you assault
we assault

ik grijp aan
jij grijpt aan
wij grijpen aan
» meer vervoegingen van aangrijpen

to assail, to assault, to attack, to lash out, to round, to snipe {ww.}
achteruittrappen
achteruitschoppen

I assault
you assault
we assault

ik schop achteruit
jij schopt achteruit
wij schoppen achteruit
» meer vervoegingen van achteruitschoppen

to assail, to assault, to attack, to lash out, to round, to snipe {ww.}
achteruitslaan

I assault
you assault
we assault

ik sla achteruit
jij slaat achteruit
wij slaan achteruit
» meer vervoegingen van achteruitslaan

to assail, to assault, to attack, to set on {ww.}
molesteren

I assault
you assault
we assault

ik molesteer
jij molesteert
wij molesteren
» meer vervoegingen van molesteren



Gerelateerd aan assault

attack - assail - rip - strafe - storm - charge - rush - outrage - violation - storming - dishonor - dishonour - rape - ravish - violateovermaster - assail - kick