Vertaling van assign

Inhoud:

Engels

Nederlands

to assign, to earmark, to summons, to subpoena, to allocate, to allot, to appoint {ww.}

voor het gerecht dagen
toewijzen

I assign
you assign
we assign

ik wijs toe
jij wijst toe
wij wijzen toe
» meer vervoegingen van toewijzen

to assign {ww.}

als taak opgeven

to attach, to put onto, to add, to append, to apply, to assign, to paste, to place {ww.}

voordoen
aanzetten

I assign
you assign
we assign

ik doe voor
jij doet voor
wij doen voor
» meer vervoegingen van voordoen

to destine, to earmark, to ordain, to consign, to designate, to assign, to dispose {ww.}

uittrekken
bestemmen

I assign
you assign
we assign

ik trek uit
jij trekt uit
wij trekken uit
» meer vervoegingen van uittrekken

to cede, to yield, to give way, to grant, to accommodate, to assign {ww.}

afstaan
wijken
toegeven

I assign
you assign
we assign

ik sta af
jij staat af
wij staan af
» meer vervoegingen van afstaan

to accredit, to ascribe, to award, to bestow, to assign, to attach {ww.}

toekennen
toeschrijven
toedichten

I assign
you assign
we assign

ik ken toe
jij kent toe
wij kennen toe
» meer vervoegingen van toekennen

to entrust, to assign, to charge, to commision, to instruct, to appoint, to authorize {ww.}

opdracht geven
opdragen
belasten met

I assign
you assign
we assign

ik draag op
jij draagt op
wij dragen op
» meer vervoegingen van opdragen

to convey, to hand, to hand over, to pass, to assign, to deliver, to transmit, to transfer {ww.}

aangeven
toereiken
overgeven
overbrengen
afdragen
aanreiken

I assign
you assign
we assign

ik geef aan
jij geeft aan
wij geven aan
» meer vervoegingen van aangeven

Excuse me, could you pass me the sugar?

Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?