Vertaling van attending
Inhoud:
Engels
Nederlands
to attend, to nurse, to tend to, to care {ww.}
verzorgen
zorgen voor
verplegen
zorgen voor
verplegen
Nurses attend sick people.
Verplegers verzorgen zieken.
She had to take care of her sister.
Ze moest haar zus verzorgen.
to look after, to maintain, to take care of, to care for, to attend {ww.}
verzorgen
behartigen
behartigen
I want to visit Korea.
Ik wil Korea bezoeken.
I'll visit you tomorrow.
Ik zal je morgen bezoeken.
to frequent, to attend {ww.}
over de vloer komen
bezoeken
bezoeken
I am attending
attendance, attending {zn.}
begeleiding