Vertaling van au pair
Inhoud:
Engels
Nederlands
to couple, to match, to pair, to unite, to mate {ww.}
paren
I pair
you pair
we pair
ik paar
jij paart
wij paren
» meer vervoegingen van paren
to conjugate, to pair {ww.}
vervoegen
conjugeren
conjugeren
I pair
you pair
we pair
ik vervoeg
jij vervoegt
wij vervoegen
» meer vervoegingen van vervoegen
to mate, to match, to pair {ww.}
paren
I pair
you pair
we pair
ik paar
jij paart
wij paren
» meer vervoegingen van paren
au pair {zn.}
vakantiekracht
vakantiehulp
vakantiehulp
to couple, to match, to mate, to pair, to twin {ww.}
koppeling
to copulate, to couple, to mate, to pair {ww.}
springen
I pair
you pair
we pair
ik spring
jij springt
wij springen
» meer vervoegingen van springen
to couple, to match, to mate, to pair, to twin {ww.}
koppelen
I pair
you pair
we pair
ik koppel
jij koppelt
wij koppelen
» meer vervoegingen van koppelen
to copulate, to couple, to mate, to pair {ww.}
copuleren
paren
paren
I pair
you pair
we pair
ik copuleer
jij copuleert
wij copuleren
» meer vervoegingen van copuleren