Vertaling van augur
Inhoud:
Engels
Nederlands
to augur {ww.}
voorspellen
I augur
you augur
we augur
ik voorspel
jij voorspelt
wij voorspellen
» meer vervoegingen van voorspellen
augur {zn.}
waarzegger
augur
augur
to augur, to auspicate, to betoken, to bode, to forecast, to foreshadow, to foretell, to omen, to portend, to predict, to prefigure, to presage, to prognosticate {ww.}
wichelen
waarzeggen
waarzeggen
I augur
you augur
we augur
ik wichel
jij wichelt
wij wichelen
» meer vervoegingen van wichelen
to forecast, to foretell, to prophesy, to predict, to augur {ww.}
waarzeggen
voorspellen
voorzeggen
beduiden
voorspellen
voorzeggen
beduiden
I augur
you augur
we augur
ik waarzeg
jij waarzegt
wij waarzeggen
» meer vervoegingen van waarzeggen
augur, auspex {zn.}
wichelaar
fortune teller, augur {zn.}
waarzegger
augur, auspex {zn.}
auguren
augur
augur