Vertaling van authority

Inhoud:

Engels
Nederlands
authority {zn.}
gezaghebber 
autoriteit  [v]
authority, ascendancy, ascendance {zn.}
gezag 
autoriteit  [v]
authority {zn.}
gezag 
autoriteit  [v]
authority {zn.}
gezag 
autoriteit  [v]
authoritative source, court, agency, authority, body, instance {zn.}
instantie [v]


Gerelateerd aan authority

ascendancy - ascendance - authoritative source - court - agency - body - instance