Vertaling van babble

Inhoud:

Engels
Nederlands
to babble {ww.}
krompraten
lallen
brabbelen

I babble
you babble
we babble

ik praat krom
jij praat krom
wij praten krom
» meer vervoegingen van krompraten

babble {zn.}
praat
to chat, to chatter, to babble {ww.}
praten 
babbelen 
keuvelen

I babble
you babble
we babble

ik praat
jij praat
wij praten
» meer vervoegingen van praten

Let's chat.
Laat ons babbelen.
I'm here. Do you want to chat?
Ik ben er, wil je praten?
to burble, to gurgle, to murmur, to purl, to babble {ww.}
klateren
murmelen
kabbelen

I babble
you babble
we babble

ik klater
jij klatert
wij klateren
» meer vervoegingen van klateren

to murmur, to mutter, to babble {ww.}
ruisen
murmelen
mummelen
morren
mompelen
brommen

I babble
you babble
we babble

ik murmel
jij murmelt
wij murmelen
» meer vervoegingen van murmelen

to babble, to babble out, to blab, to blab out, to let the cat out of the bag, to peach, to sing, to spill the beans, to talk, to tattle {ww.}
doorslaan

I babble
you babble
we babble

ik sla door
jij slaat door
wij slaan door
» meer vervoegingen van doorslaan

to babble, to bubble, to burble, to guggle, to gurgle, to ripple {ww.}
klokken

I babble
you babble
we babble

ik klok
jij klokt
wij klokken
» meer vervoegingen van klokken

to babble, to bubble, to burble, to guggle, to gurgle, to ripple {ww.}
rimpelen

I babble
you babble
we babble

ik rimpel
jij rimpelt
wij rimpelen
» meer vervoegingen van rimpelen

to babble, to babble out, to blab, to blab out, to let the cat out of the bag, to peach, to sing, to spill the beans, to talk, to tattle {ww.}
voorzingen

I babble
you babble
we babble

ik zing voor
jij zingt voor
wij zingen voor
» meer vervoegingen van voorzingen

to babble, to babble out, to blab, to blab out, to let the cat out of the bag, to peach, to sing, to spill the beans, to talk, to tattle {ww.}
uitzingen

I babble
you babble
we babble

ik zing uit
jij zingt uit
wij zingen uit
» meer vervoegingen van uitzingen

to babble, to babble out, to blab, to blab out, to let the cat out of the bag, to peach, to sing, to spill the beans, to talk, to tattle {ww.}
bezingen

I babble
you babble
we babble

ik bezing
jij bezingt
wij bezingen
» meer vervoegingen van bezingen

murmur, babble {zn.}
gemurmel
geprevel
gemompel
chat, babble {zn.}
kout
gekeuvel [o]
gepraat
gebabbel [o]


Gerelateerd aan babble

chat - chatter - burble - gurgle - murmur - purl - mutter - babble out - blab - blab out - let the cat out of the bag - peach - sing - spill the beans - talkconcede - go - rock - sing - praise