Vertaling van baggage

Inhoud:

Engels

Nederlands

baggage, luggage {zn.}

bagage [v]

My baggage is missing.

Mijn bagage ontbreekt.

He carried her luggage to the train.

Hij droeg haar bagage naar de trein.

baggage, luggage {zn.}

bagage

I helped him carry his luggage upstairs.

Ik hielp hem zijn bagage naar boven te dragen.

I want to know when my baggage is going to arrive.

Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.

baggage, luggage {zn.}

bagage [v] (de ~)
passagiersgoed

Engels

Nederlands

My baggage is missing.

Mijn bagage ontbreekt.

I want to know when my baggage is going to arrive.

Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.