Vertaling van bearing
Inhoud:
Engels
Nederlands
bearing, pillow-block {zn.}
lager
bearing {zn.}
positiebepaling
peiling
peiling
azimuth, bearing {zn.}
azimut
bearing {zn.}
lager
Do it this way.
Doe het op deze manier.
There's got to be a way.
Er moet een manier zijn.
bearing {bn.}
drachtig
bearing {zn.}
kussenblok
to abide, to endure, to bear, to cope, to stand, to withstand {ww.}
I cannot stand this anymore.
Ik kan het niet meer uithouden.
I cannot bear the pain any more.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
to abide, to bear, to carry out, to endure, to put up with, to suffer, to stand, to carry away, to afford {ww.}
I am bearing
to bear, to produce, to yield {ww.}
afwerpen
opbrengen
opleveren
voortbrengen
opbrengen
opleveren
voortbrengen
I am bearing
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Bearing can be unbearable.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
He came bearing a large bunch of flowers.
Hij kwam met een grote bos bloemen.