Vertaling van belgian
Inhoud:
Engels
Nederlands
Belgian, Belgian woman {zn.}
Belgische
Belgian fries are the best in the whole world!
Belgische frieten zijn de lekkerste in de hele wereld!
The Dutch and the Belgian tricolour were streaming side by side amiably in the village on the border.
De Nederlandse en de Belgische driekleur wapperden gemoedelijk naast elkaar in het grensdorp.
Belgian {bn.}
Belgisch
Belgian {zn.}
Belg
An Englishman, a Belgian and a Dutchman enter a pub and sit down at the counter. Says the barkeeper, "Wait a minute, is this a joke or what?"
Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"
belgian {zn.}
Belg
belgian {bn.}
Bels
Belgisch
Belgisch
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Belgian fries are the best in the whole world!
Belgische frieten zijn de lekkerste in de hele wereld!
The Dutch and the Belgian tricolour were streaming side by side amiably in the village on the border.
De Nederlandse en de Belgische driekleur wapperden gemoedelijk naast elkaar in het grensdorp.
An Englishman, a Belgian and a Dutchman enter a pub and sit down at the counter. Says the barkeeper, "Wait a minute, is this a joke or what?"
Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"