Vertaling van belong
I belong
you belong
we belong
ik behoor toe
jij behoort toe
wij behoren toe
» meer vervoegingen van toebehoren
I belong
you belong
we belong
ik hoor thuis
jij hoort thuis
wij horen thuis
» meer vervoegingen van thuishoren
vallen
I belong
you belong
we belong
ik ressorteer
jij ressorteert
wij ressorteren
» meer vervoegingen van ressorteren
I belong
you belong
we belong
ik behoor
jij behoort
wij behoren
» meer vervoegingen van behoren
behoren
I belong
you belong
we belong
ik hoor
jij hoort
wij horen
» meer vervoegingen van horen
passen
behoren
horen
betamen
I belong
you belong
we belong
ik ga aan
jij gaat aan
wij gaan aan
» meer vervoegingen van aangaan
I belong
you belong
we belong
ik ben
jij bent
wij zijn
» meer vervoegingen van zijn
toehoren
behoren
toebehoren
I belong
you belong
we belong
ik hoor
jij hoort
wij horen
» meer vervoegingen van horen
Voorbeelden in zinsverband
Most workers belong to unions.
De meeste arbeiders zijn lid van een vakbond.
Do you belong to the baseball club?
Zit je op de baseballclub?