Vertaling van bending
Inhoud:
Engels
Nederlands
bending {zn.}
snoer
to bend, to incline, to tilt, to tip {ww.}
doen overhellen
neigen
buigen
neigen
buigen
to bend, to curve {ww.}
doorbuigen
ombuigen
buigen
ombuigen
buigen
to bend, to curve, to sag {ww.}
zich buigen
zich krommen
doorbuigen
ombuigen
buigen
zich krommen
doorbuigen
ombuigen
buigen
to bend {ww.}
wegzakken
verzakken
ineenzakken
uitzakken
doorzakken
verzakken
ineenzakken
uitzakken
doorzakken
to bend, to curve {ww.}
verbuigen
krombuigen
krommen
buigen
krombuigen
krommen
buigen
to bend, to curve, to wind {ww.}
buigen
doorbuigen
trekken
kromtrekken
zich krommen
doorbuigen
trekken
kromtrekken
zich krommen
I am bending
bend, bending {zn.}
diffractie
straalbuiging
buiging
straalbuiging
buiging