Vertaling van betrothed
Inhoud:
Engels
Nederlands
bespoken, betrothed {bn.}
verloofd
geëngageerd
geëngageerd
to affiance, to betroth, to engage, to plight {ww.}
engageren
verloven
verloven
I betrothed
you betrothed
he/she/it betrothed
ik engageerde
jij engageerde
hij/zij/het engageerde
» meer vervoegingen van engageren
to affiance, to betroth, to engage, to plight {ww.}
huwelijksbelofte