Vertaling van big fish

Inhoud:

Engels
Nederlands
to fish, to angle {ww.}
vissen

I fish
you fish
we fish

ik vis
jij vist
wij vissen
» meer vervoegingen van vissen

They can fish.
Zij kunnen vissen.
He loves to fish.
Hij houdt van vissen.
to fish {ww.}
vissen

I fish
you fish
we fish

ik vis
jij vist
wij vissen
» meer vervoegingen van vissen

She loves to fish.
Zij houdt erg van vissen.
Fish live in the water.
Vissen leven in het water.
to fish {ww.}
bevissen

I fish
you fish
we fish

ik bevis
jij bevist
wij bevissen
» meer vervoegingen van bevissen

to fish {ww.}
visvangst [v] (de ~)
big cheese, big deal, big enchilada, big fish, big gun, big shot, big wheel, head honcho {zn.}
bondsbons
big cheese, big deal, big enchilada, big fish, big gun, big shot, big wheel, head honcho {zn.}
bons [m] (de ~)
voorman [m] (de ~)
VIP [m] (de ~)
prominent [m] (de ~)
topman [m] (de ~)
hotemetotem
kanon [m] (het ~)
hotemetoot
bobo [m] (de ~)
big shot
big boss
kopstuk [o] (het ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

My brother caught a big fish.

Mijn broer heeft een grote vis gevangen.

The old man captured a big fish.

De oude heeft een grote vis gevangen.


Gerelateerd aan big fish

fish - angle - big cheese - big deal - big enchilada - big gun - big shot - big wheel - head honchoassay - apply - fish - catch - big cheese - individual