Vertaling van bill
aanslaan
fiscaliseren
I bill
you bill
we bill
ik belast
jij belast
wij belasten
» meer vervoegingen van belasten
afficheren
I bill
you bill
we bill
ik plak aan
jij plakt aan
wij plakken aan
» meer vervoegingen van aanplakken
I bill
you bill
we bill
ik factureer
jij factureert
wij factureren
» meer vervoegingen van factureren
I bill
you bill
we bill
ik bereken
jij berekent
wij berekenen
» meer vervoegingen van berekenen
factureren
I bill
you bill
we bill
ik declareer
jij declareert
wij declareren
» meer vervoegingen van declareren
afficheren
I bill
you bill
we bill
ik plak aan
jij plakt aan
wij plakken aan
» meer vervoegingen van aanplakken
afficheren
beplakken
I bill
you bill
we bill
ik plak aan
jij plakt aan
wij plakken aan
» meer vervoegingen van aanplakken
Voorbeelden in zinsverband
Here is the bill.
Hier is de rekening.
Bill has many friends.
Bill heeft veel vrienden.
The bill, please.
De rekening, alstublieft.
Come on, Bill.
Kom op, Bill.
Bill was in Japan.
Bill was in Japan.
Bill will return next week.
Bill komt volgende week terug.
Bill is my best friend.
Bill is mijn beste vriend.
Bill made me a nice dress.
Bill heeft me een mooie jurk gemaakt.
The bill amounted to 100 dollars.
De rekening bedroeg 100 dollar.
Bill did not commit the crime.
Bill heeft de misdaad niet begaan.
Bill was killed by that man.
Bill werd gedood door die man.
Bill was killed by an intruder.
Bill was door een inbreker vermoord.
Bill often fails to keep his word.
Bill houdt zijn woord vaak niet.
Could I have the bill, please?
Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?
Bill is nervous about the exam.
Bill is zenuwachtig voor het examen.