Vertaling van bitter
Inhoud:
Engels
Nederlands
bitter {bn.}
bitter
acrimonious, bitter {bn.}
verbitterd
bitter
bits
zuur
bitter
bits
zuur
acerb, acerbic, acid, acrid, bitter, blistering, caustic, sulfurous, sulphurous, virulent, vitriolic {bn.}
zuurhoudend
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
She shed bitter tears.
Ze huilde bittere tranen.
The coffee is bitter.
De koffie is bitter.
This medicine tastes bitter.
Dit medicijn smaakt bitter.
The medicine tastes bitter.
Dit medicijn smaakt bitter.
Cocoa can be very bitter.
Cacao kan heel bitter zijn.
Tom is angry and bitter.
Tom is boos en verbitterd.
This coffee is too bitter.
Deze koffie is te bitter.
This coffee has a bitter taste.
De koffie heeft een bittere smaak.