Vertaling van blasting
Inhoud:
Engels
Nederlands
blaring, blasting {bn.}
loeihard
keihard
keihard
to blast, to crucify, to pillory, to savage {ww.}
veroordelen
neerhalen
kraken
afkammen
afzeiken
afgeven
afbreken
aantrappen
aanschoppen
afkraken
neerhalen
kraken
afkammen
afzeiken
afgeven
afbreken
aantrappen
aanschoppen
afkraken
to blast, to boom, to nail, to smash {ww.}
sodemieteren
knallen
pleuren
smijten
knallen
pleuren
smijten
to blast, to boom, to nail, to smash {ww.}
smashen
to blast, to shoot {ww.}
neerschieten
neerhalen
neerhalen
I'm going to shoot him dead.
Ik ga hem neerschieten.