Vertaling van blossoming
Inhoud:
Engels
Nederlands
anthesis, blossoming, efflorescence, florescence, flowering, inflorescence {zn.}
bloemgestel
bloeiwijze
bloeiwijze
to bloom, to blossom, to flower {ww.}
bloeien
Tulips will bloom soon.
Tulpen zullen snel bloeien.
to bloom, to blossom, to flower {ww.}
knoppen
to bloom, to blossom, to flower {ww.}
uitgroeien