Vertaling van board
I board
you board
we board
ik betimmer
jij betimmert
wij betimmeren
» meer vervoegingen van betimmeren
I board
you board
we board
ik klamp aan
jij klampt aan
wij klampen aan
» meer vervoegingen van aanklampen
I board
you board
we board
ik bestijg
jij bestijgt
wij bestijgen
» meer vervoegingen van bestijgen
I board
you board
we board
ik besteed uit
jij besteedt uit
wij besteden uit
» meer vervoegingen van uitbesteden
I board
you board
we board
ik kartonneer
jij kartonneert
wij kartonneren
» meer vervoegingen van kartonneren
I board
you board
we board
ik woon in
jij woont in
wij wonen in
» meer vervoegingen van inwonen
I board
you board
we board
ik stap in
jij stapt in
wij stappen in
» meer vervoegingen van instappen
I board
you board
we board
ik stijg in
jij stijgt in
wij stijgen in
» meer vervoegingen van instijgen
Voorbeelden in zinsverband
He is on board the ship.
Hij is aan boord van het schip.
Is there a doctor on board?
Is er een arts aan boord?
When must I go on board?
Wanneer moet ik aan boord gaan?
The local school board would go to any length to ban that book.
De lokale schoolcommissie zou over lijken gaan om dat boek te verbieden.