Vertaling van bone
I bone
you bone
we bone
ik prop in
jij propt in
wij proppen in
» meer vervoegingen van inproppen
I bone
you bone
we bone
ik been uit
jij beent uit
wij benen uit
» meer vervoegingen van uitbenen
hengsten
pezen
vossen
blokken
I bone
you bone
we bone
ik pomp
jij pompt
wij pompen
» meer vervoegingen van pompen
I bone
you bone
we bone
ik fileer
jij fileert
wij fileren
» meer vervoegingen van fileren
I bone
you bone
we bone
ik stoom klaar
jij stoomt klaar
wij stomen klaar
» meer vervoegingen van klaarstomen
beenweefsel
parelketting
botje
been
knook
knok
Voorbeelden in zinsverband
He is Japanese to the bone.
Hij is een rasechte Japanner.
He gave the dog a bone.
Hij gaf de hond een bot.
The dog was busy burying his bone in the garden.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.