Vertaling van boot

Inhoud:

Engels
Nederlands
boot {zn.}
kofferruimte
bagageruimte [v]
boot {zn.}
laars  [v]
boot {zn.}
hoge schoen
bottine [v]
boot, kick, kicking {zn.}
trap [m] (de ~)
schop [m] (de ~)
boot, kick, kicking {zn.}
stamp [m] (de ~)
shoe, boot {zn.}
schoen  [m]
This shoe is a size bigger.
Deze schoen is een maat groter.
The farrier fitted the shoe to the horse's hoof while the shoe was hot.
De hoefsmid bracht de schoen aan, aan het hoef van het paard, terwijl de schoen heet was.
boot, kick, kicking {zn.}
beenslag
boot {zn.}
laars [m] (de ~)
bot
laarsje
bang, boot, charge, flush, kick, rush, thrill {zn.}
eindschot
eindspurt
eindsprint [m] (de ~)
bang, boot, charge, flush, kick, rush, thrill {zn.}
blos [m] (de ~)


Gerelateerd aan boot

kick - kicking - shoe - bang - charge - flush - rush - thrilltouch - seal - play - object - dash - close - complexion - shoetree - bootleg - heel - shoe leather