Vertaling van bound
I bound
you bound
we bound
ik begrens
jij begrenst
wij begrenzen
» meer vervoegingen van begrenzen
verplicht
verbonden
verkrampt
ingebonden
beperken
volstaan
limiet
kaap
grenslinie
grens
terugdringen
indammen
beperken
limiteren
inperken
begrenzen
verschuldigd
voorgeschreven
verplicht
brocheren
inbinden
I bound
you bound
he/she/it bound
ik naaide in
jij naaide in
hij/zij/het naaide in
» meer vervoegingen van innaaien
I bound
you bound
he/she/it bound
ik ketende
jij ketende
hij/zij/het ketende
» meer vervoegingen van ketenen
I bound
you bound
he/she/it bound
ik bond
jij bond
hij/zij/het bond
» meer vervoegingen van binden
I bound
you bound
he/she/it bound
ik sloot aan
jij sloot aan
hij/zij/het sloot aan
» meer vervoegingen van aansluiten
I bound
you bound
he/she/it bound
ik liep vast
jij liep vast
hij/zij/het liep vast
» meer vervoegingen van vastlopen
afschampen
flikker
ketsen
stuiteren
kaatsen
Voorbeelden in zinsverband
They bound the thief to a tree.
Ze bonden de dief vast aan een boom.
This tanker is bound for Kuwait.
Deze tanker vaart naar Koeweit.
You are too much letter-bound.
Je vat alles te letterlijk op.
Such a man is bound to fail.
Zo iemand lukt niets.
He was lying there with his legs bound together.
Hij lag daar met zijn benen samen gebonden.