Vertaling van bounded

Inhoud:

Engels
Nederlands
bounded, delimited {bn.}
omgeschreven
to bound {ww.}
begrenzen 
grenzen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik begrensde
jij begrensde
hij/zij/het begrensde
» meer vervoegingen van begrenzen

to bound, to jump, to leap, to spring {ww.}
springen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik sprong
jij sprong
hij/zij/het sprong
» meer vervoegingen van springen

to bound, to confine, to limit, to restrain, to restrict, to throttle, to trammel {ww.}
omgrenzen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik omgrensde
jij omgrensde
hij/zij/het omgrensde
» meer vervoegingen van omgrenzen

to bound, to confine, to limit, to restrain, to restrict, to throttle, to trammel {ww.}
bepalen
beperken
volstaan

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik bepaalde
jij bepaalde
hij/zij/het bepaalde
» meer vervoegingen van bepalen

to bound, to jump, to leap, to spring {ww.}
verspringen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik versprong
jij versprong
hij/zij/het versprong
» meer vervoegingen van verspringen

to bound, to jump, to leap, to spring {ww.}
uitspringen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik sprong uit
jij sprong uit
hij/zij/het sprong uit
» meer vervoegingen van uitspringen

to bounce, to bound, to rebound, to recoil, to resile, to reverberate, to ricochet, to spring, to take a hop {ww.}
veren

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik veerde
jij veerde
hij/zij/het veerde
» meer vervoegingen van veren

to bound, to jump, to leap, to spring {ww.}
afspringen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik sprong af
jij sprong af
hij/zij/het sprong af
» meer vervoegingen van afspringen

to bound, to jump, to leap, to spring {ww.}
verspringen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik versprong
jij versprong
hij/zij/het versprong
» meer vervoegingen van verspringen

to bounce, to bound, to rebound, to recoil, to resile, to reverberate, to ricochet, to spring, to take a hop {ww.}
stuiten
ketsen
stuiteren
kaatsen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik stuitte
jij stuitte
hij/zij/het stuitte
» meer vervoegingen van stuiten

to bounce, to bound, to rebound, to recoil, to resile, to reverberate, to ricochet, to spring, to take a hop {ww.}
afspringen
afschampen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik sprong af
jij sprong af
hij/zij/het sprong af
» meer vervoegingen van afspringen

to bound, to confine, to limit, to restrain, to restrict, to throttle, to trammel {ww.}
schakelen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik schakelde
jij schakelde
hij/zij/het schakelde
» meer vervoegingen van schakelen

to bound, to confine, to limit, to restrain, to restrict, to throttle, to trammel {ww.}
inkrimpen
terugdringen
indammen
beperken
limiteren
inperken
begrenzen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik kromp in
jij kromp in
hij/zij/het kromp in
» meer vervoegingen van inkrimpen

to bounce, to bound, to rebound, to recoil, to resile, to reverberate, to ricochet, to spring, to take a hop {ww.}
veren

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik veerde
jij veerde
hij/zij/het veerde
» meer vervoegingen van veren

to bounce, to bound, to rebound, to recoil, to resile, to reverberate, to ricochet, to spring, to take a hop {ww.}
afketsen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik ketste af
jij ketste af
hij/zij/het ketste af
» meer vervoegingen van afketsen

to bounce, to bound, to rebound, to recoil, to resile, to reverberate, to ricochet, to spring, to take a hop {ww.}
zwiepen

he/she/it bounded
they bounded

hij/zij/het zwiepte
zij zwiepten
» meer vervoegingen van zwiepen

to bound, to jump, to leap, to spring {ww.}
springen

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik sprong
jij sprong
hij/zij/het sprong
» meer vervoegingen van springen

I saw the man jump.
Ik heb de man zien springen.
to bound, to jump, to leap, to spring {ww.}
overslaan

I bounded
you bounded
he/she/it bounded

ik sloeg over
jij sloeg over
hij/zij/het sloeg over
» meer vervoegingen van overslaan



Gerelateerd aan bounded

delimited - bound - jump - leap - spring - confine - limit - restrain - restrict - throttle - trammel - bounce - rebound - recoil - resiledisplace - border - agglomerate - move - bound - can - become - kick - crease - fish - cause - bounce - brandish - shift