Vertaling van bounds
he/she/it bounds
hij/zij/het begrenst
» meer vervoegingen van begrenzen
grenslinie
grens
he/she/it bounds
hij/zij/het springt
» meer vervoegingen van springen
he/she/it bounds
hij/zij/het omgrenst
» meer vervoegingen van omgrenzen
beperken
volstaan
he/she/it bounds
hij/zij/het bepaalt
» meer vervoegingen van bepalen
he/she/it bounds
hij/zij/het verspringt
» meer vervoegingen van verspringen
he/she/it bounds
hij/zij/het springt uit
» meer vervoegingen van uitspringen
he/she/it bounds
hij/zij/het veert
» meer vervoegingen van veren
he/she/it bounds
hij/zij/het springt af
» meer vervoegingen van afspringen
he/she/it bounds
hij/zij/het verspringt
» meer vervoegingen van verspringen
ketsen
stuiteren
kaatsen
he/she/it bounds
hij/zij/het stuit
» meer vervoegingen van stuiten
afschampen
he/she/it bounds
hij/zij/het springt af
» meer vervoegingen van afspringen
he/she/it bounds
hij/zij/het schakelt
» meer vervoegingen van schakelen
terugdringen
indammen
beperken
limiteren
inperken
begrenzen
he/she/it bounds
hij/zij/het krimpt in
» meer vervoegingen van inkrimpen
he/she/it bounds
hij/zij/het veert
» meer vervoegingen van veren
he/she/it bounds
hij/zij/het ketst af
» meer vervoegingen van afketsen
he/she/it bounds
hij/zij/het zwiept
» meer vervoegingen van zwiepen
he/she/it bounds
hij/zij/het springt
» meer vervoegingen van springen
he/she/it bounds
hij/zij/het slaat over
» meer vervoegingen van overslaan