Vertaling van brand
I brand
you brand
we brand
ik brandmerk
jij brandmerkt
wij brandmerken
» meer vervoegingen van brandmerken
I brand
you brand
we brand
ik brandmerk
jij brandmerkt
wij brandmerken
» meer vervoegingen van brandmerken
brandmerken
I brand
you brand
we brand
ik brand in
jij brandt in
wij branden in
» meer vervoegingen van inbranden
I brand
you brand
we brand
ik brandmerk
jij brandmerkt
wij brandmerken
» meer vervoegingen van brandmerken
I brand
you brand
we brand
ik brand in
jij brandt in
wij branden in
» meer vervoegingen van inbranden
I brand
you brand
we brand
ik schandmerk
jij schandmerkt
wij schandmerken
» meer vervoegingen van schandmerken
I brand
you brand
we brand
ik brand in
jij brandt in
wij branden in
» meer vervoegingen van inbranden
Voorbeelden in zinsverband
It's brand new.
Het is gloednieuw.
Auldey is a Chinese brand.
Audley is een Chinees merk.
Which brand do you prefer?
Welk merk heb je het liefst?
What brand and what color is the director's car?
Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?
I have a brand new pair of socks.
Ik heb spiksplinternieuwe sokken.