Vertaling van brandish
Inhoud:
Engels
Nederlands
to brandish, to fling, to swing, to wave, to wave about, to beat, to flourish, to wag, to wield, to whirl {ww.}
I brandish
you brandish
we brandish
ik swing
jij swingt
wij swingen
» meer vervoegingen van swingen
to brandish, to flourish, to wave {ww.}
zwaaien
I brandish
you brandish
we brandish
ik zwaai
jij zwaait
wij zwaaien
» meer vervoegingen van zwaaien