Vertaling van breach

Inhoud:

Engels
Nederlands
to breach {ww.}
bressen slaan in
een bres slaan in
bressen slaan
een bres slaan
breach, gap {zn.}
gaping [v]
opening  [v]
bres [v]
breach {zn.}
verbreking [v]
breken 
schennis [v]
schending  [v]
fractuur  [v]
breuk  [v]
breking [v]
to breach, to break, to go against, to infract, to offend, to transgress, to violate {ww.}
verbreken

I breach
you breach
we breach

ik verbreek
jij verbreekt
wij verbreken
» meer vervoegingen van verbreken

to breach, to break, to go against, to infract, to offend, to transgress, to violate {ww.}
schenden

I breach
you breach
we breach

ik schend
jij schendt
wij schenden
» meer vervoegingen van schenden

to break, to breach, to crack {ww.}
breken 
doorbreken
verbreken
stukbreken
schenden
afbreken 

I breach
you breach
we breach

ik breek
jij breekt
wij breken
» meer vervoegingen van breken

They attempted to break through the enemy line.
Zij probeerden het vijandelijk front te doorbreken.
You shouldn't break your promises.
Je moet je beloftes niet breken.
to breach, to gap {ww.}
doorbreken

I breach
you breach
we breach

ik doorbreek
jij doorbreekt
wij doorbreken
» meer vervoegingen van doorbreken

to breach, to break, to go against, to infract, to offend, to transgress, to violate {ww.}
overtreden
zondigen

I breach
you breach
we breach

ik overtreed
jij overtreedt
wij overtreden
» meer vervoegingen van overtreden

breach {zn.}
doorbraak
doorsteek


Gerelateerd aan breach

gap - break - go against - infract - offend - transgress - violate - crackbreach - act - break up - opening - place