Vertaling van breaking

Inhoud:

Engels

Nederlands

to break, to break off {ww.}

afbreken

to interrupt, to break, to disrupt, to stop {ww.}

onderbreken
schorsen
interrumperen

to break, to crack {ww.}

breken
stukgaan
uitraken
knappen
afbreken

You shouldn't break your promises.

Je moet je beloftes niet breken.

Hackers break into computers without permission.

Hackers breken zonder toestemming in computers in.

to break, to break off {ww.}

losbreken

to break, to control, to subdue, to train {ww.}

dresseren
tot gehoorzaamheid dwingen
africhten

to break, to breach, to crack {ww.}

breken
doorbreken
verbreken
stukbreken
schenden
afbreken

They attempted to break through the enemy line.

Zij probeerden het vijandelijk front te doorbreken.

You have to break an egg to make an omelette.

Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken.

break, breakage, breaking {zn.}

breekgeld

Engels

Nederlands

The dawn is breaking.

De zonsopgang breekt aan.

My patience has come to the breaking point.

Mijn geduld raakt op.