Vertaling van brim

Inhoud:

Engels
Nederlands
border, brim {zn.}
zelfkant 
rand
border, brim, brink, edge, edging, fringe, rim, margin, verge {zn.}
rand
zoom
boord  [m]
kant  [m]
band [m]
We stood on the brink of a cliff.
We stonden aan de rand van een klif.
brim {zn.}
boord [m] (de/het ~)
omboordsel
brim, lip, rim {zn.}
wateroppervlakte
wateroppervlak
brim, lip, rim {zn.}
rand [m] (de ~)
brimming, replete, brim, packed, chock-a-block {bn.}
afgeladen
boordevol
mudvol
stampvol 
tjokvol
brim, lip, rim {zn.}
boord [m] (de/het ~)
scheepsboord
brim, lip, rim {zn.}
bovenrand


Gerelateerd aan brim

border - brink - edge - edging - fringe - rim - margin - verge - lip - brimming - replete - packed - chock-a-blockedge - area - top