Vertaling van bring around

Inhoud:

Engels
Nederlands
to bring, to fetch {ww.}
brengen 
aanbrengen 
bezorgen 
aandragen 

I bring
you bring
we bring

ik breng
jij brengt
wij brengen
» meer vervoegingen van brengen

Wars bring scars.
Oorlogen brengen littekens.
I'll bring one more towel.
Ik zal nog een handdoek brengen.
to bring, to convey, to supply {ww.}
toevoeren
aanvoeren

I bring
you bring
we bring

ik voer toe
jij voert toe
wij voeren toe
» meer vervoegingen van toevoeren

to bring {ww.}
binnenhalen
binnenlaten

I bring
you bring
we bring

ik haal binnen
jij haalt binnen
wij halen binnen
» meer vervoegingen van binnenhalen

to fetch, to get, to pick up, to bring {ww.}
halen
gaan halen

I bring
you bring
we bring

ik haal
jij haalt
wij halen
» meer vervoegingen van halen

to conduct, to guide, to lead, to channel, to wage, to bring, to drive {ww.}
besturen 
brengen 
leiden
geleiden
voeren 

I bring
you bring
we bring

ik bestuur
jij bestuurt
wij besturen
» meer vervoegingen van besturen

to send for, to get, to bring, to fetch {ww.}
betrekken 
halen
laten komen
ontbieden

I bring
you bring
we bring

ik betrek
jij betrekt
wij betrekken
» meer vervoegingen van betrekken

to bring around, to cure, to heal {ww.}
ronddragen
rondbrengen
to bring around, to bring back, to bring round, to bring to {ww.}
bijbrengen
to bring around, to cure, to heal {ww.}
meebrengen
to bring around, to cure, to heal {ww.}
genezen
helen
remediëren
cureren
This medicine will cure you of your skin disease.
Dit medicijn zal je huidziekte genezen.
to bring around, to cure, to heal {ww.}
meenemen
meevoeren
to bring around, to cure, to heal {ww.}
overhevelen
overbrengen


Gerelateerd aan bring around

bring - fetch - convey - supply - get - pick up - conduct - guide - lead - channel - wage - drive - send for - cure - healdeliver - arouse - bring - ameliorate - displace