Vertaling van broke
platzak
gederangeerd
platzak
I broke; brake
you broke; brake
he/she/it broke; brake
ik brak af
jij brak af
hij/zij/het brak af
» meer vervoegingen van afbreken
I broke; brake
you broke; brake
he/she/it broke; brake
ik onderbrak
jij onderbrak
hij/zij/het onderbrak
» meer vervoegingen van onderbreken
I broke; brake
you broke; brake
he/she/it broke; brake
ik brak
jij brak
hij/zij/het brak
» meer vervoegingen van breken
I broke; brake
you broke; brake
he/she/it broke; brake
ik brak los
jij brak los
hij/zij/het brak los
» meer vervoegingen van losbreken
I broke; brake
you broke; brake
he/she/it broke; brake
ik dresseerde
jij dresseerde
hij/zij/het dresseerde
» meer vervoegingen van dresseren
I broke; brake
you broke; brake
he/she/it broke; brake
ik brak
jij brak
hij/zij/het brak
» meer vervoegingen van breken
Voorbeelden in zinsverband
I'm broke.
Ik ben blut.
He broke his word.
Hij heeft zijn belofte gebroken.
I broke a glass.
Ik heb een glas gebroken.
All hell broke loose.
De hel brak los.
He broke the law.
Hij overtrad de wet.
Who broke this?
Wie heeft dit gebroken?
He broke the world record.
Hij brak het wereldrecord.
He broke the window on purpose.
Hij heeft expres het raam gebroken.
"You broke my heart", said Mary.
"Je hebt mijn hart gebroken", zei Mary.
He broke in on our conversation.
Hij onderbrak ons gesprek.
Her son's death broke Mary's heart.
De dood van haar zoon brak Mary's hart.
The burglars broke into the bank at night.
De inbrekers braken 's nachts in bij de bank.
The car's engine broke down on the way.
De motor van de auto ging onderweg stuk.
The car broke down, so they had to walk.
De auto was kapot, dus moesten ze lopen.
She fell down and broke her left leg.
Ze viel naar beneden en brak haar linkerbeen.