Vertaling van brood

Inhoud:

Engels
Nederlands
brood {zn.}
toom 
broedsel [o]
to brood, to cover, to hatch, to incubate {ww.}
uitbroeden

I brood
you brood
we brood

ik broed uit
jij broedt uit
wij broeden uit
» meer vervoegingen van uitbroeden

to brood, to cover, to hatch, to incubate {ww.}
bebroeden

they brood

zij bebroeden
» meer vervoegingen van bebroeden

to brood, to dwell {ww.}
rondlopen
zitten

I brood
you brood
we brood

ik loop rond
jij loopt rond
wij lopen rond
» meer vervoegingen van rondlopen

to incubate, to brood {ww.}
broeden op
koesteren
broeden

I brood
you brood
we brood

ik koester
jij koestert
wij koesteren
» meer vervoegingen van koesteren

to brood, to bulk large, to hover, to loom {ww.}
bouderen
chagrijnen
mokken

I brood
you brood
we brood

ik boudeer
jij boudeert
wij bouderen
» meer vervoegingen van bouderen

to brood, to cover, to hatch, to incubate {ww.}
schaduwen

I brood
you brood
we brood

ik schaduw
jij schaduwt
wij schaduwen
» meer vervoegingen van schaduwen

to brood, to cover, to hatch, to incubate {ww.}
broeden

I brood
you brood
we brood

ik broed
jij broedt
wij broeden
» meer vervoegingen van broeden

to brood, to dwell {ww.}
dubben

I brood
you brood
we brood

ik dub
jij dubt
wij dubben
» meer vervoegingen van dubben

brood {zn.}
broed
broedsel


Gerelateerd aan brood

cover - hatch - incubate - dwell - bulk large - hover - loomheat - remember - act - grouch - recoup - sit - worry - group