Vertaling van bruise
Inhoud:
Engels
Nederlands
to bruise {ww.}
kneuzen
blutsen
blutsen
I bruise
you bruise
we bruise
ik kneus
jij kneust
wij kneuzen
» meer vervoegingen van kneuzen
bruise {zn.}
kneuzing
bruise {zn.}
blauwe plek
to bruise, to hurt, to injure, to offend, to spite, to wound {ww.}
smaden
insulteren
affronteren
froisseren
beledigen
insulteren
affronteren
froisseren
beledigen
I bruise
you bruise
we bruise
ik smaad
jij smaadt
wij smaden
» meer vervoegingen van smaden
to bruise, to hurt, to injure, to offend, to spite, to wound {ww.}
kwetsen
krenken
steken
grieven
krenken
steken
grieven
I bruise
you bruise
we bruise
ik kwets
jij kwetst
wij kwetsen
» meer vervoegingen van kwetsen
to bruise, to contuse {ww.}
kneuzen
I bruise
you bruise
we bruise
ik kneus
jij kneust
wij kneuzen
» meer vervoegingen van kneuzen
bruise, contusion {zn.}
kneuzen
bruise, contusion {zn.}
contusie
kneuswond
kneuzing
kneuswond
kneuzing
bruise, contusion {zn.}
kwetsing