Vertaling van budding
Inhoud:
Engels
Nederlands
budding {zn.}
oogenting
budding {bn.}
toekomstig
aanstaande
aankomend
aanstaand
aanstaande
aankomend
aanstaand
to bud, to burgeon, to sprout {ww.}
uitspruiten
uitschieten
spruiten
uitbotten
botten
uitschieten
spruiten
uitbotten
botten
to bud {ww.}
spruiten
uitspruiten
uitspruiten
to bud {ww.}
inoculeren
oculeren
oculeren