Vertaling van built
construeren
I built
you built
he/she/it built
ik ontwierp
jij ontwierp
hij/zij/het ontwierp
» meer vervoegingen van ontwerpen
I built
you built
he/she/it built
ik bouwde
jij bouwde
hij/zij/het bouwde
» meer vervoegingen van bouwen
I built
you built
he/she/it built
ik bouwde
jij bouwde
hij/zij/het bouwde
» meer vervoegingen van bouwen
I built
you built
he/she/it built
ik zette ineen
jij zette ineen
hij/zij/het zette ineen
» meer vervoegingen van ineenzetten
I built
you built
he/she/it built
ik metselde
jij metselde
hij/zij/het metselde
» meer vervoegingen van metselen
Voorbeelden in zinsverband
Who built the snowman?
Wie heeft de sneeuwpop gemaakt?
Tom built his own house.
Tom heeft zijn eigen huis gebouwd.
He built forty-eight forts.
Hij heeft achtenveertig forten gebouwd.
Disneyland was built in 1955.
Disneyland is gebouwd in 1955.
I built an amplifier yesterday.
Ik maakte een versterker gisteren.
He doesn't know who built those houses.
Hij weet niet wie deze huizen gebouwd heeft.
This hotel was built last year.
Dit hotel is vorig jaar gebouwd.
This bridge was built two years ago.
Deze brug werd twee jaar geleden gebouwd.
A new hotel will be built here next year.
Hier wordt volgend jaar een nieuw hotel gebouwd.
I built a house within a stone's throw of the forest.
Ik bouwde een huis op een steenworp van het bos.
The world's first Ferris wheel was built in Chicago. It was named after its contructor, George Washington Gale Ferris, Jr.
Het eerste reuzenrad ter wereld werd gebouwd in Chicago. Het is genoemd naar zijn bouwer George Washington Gale Ferris jr.