Vertaling van bulge
Inhoud:
Engels
Nederlands
bulge, bump, excrescence, extrusion, gibbosity, gibbousness, hump, jut, prominence, protrusion, protuberance, swelling {zn.}
bult
bochel
bochel
bulge, bump, excrescence, extrusion, gibbosity, gibbousness, hump, jut, prominence, protrusion, protuberance, swelling {zn.}
bobbel
dikte
uitstulping
verdikking
opbolling
dikte
uitstulping
verdikking
opbolling
bulge, bump, excrescence, extrusion, gibbosity, gibbousness, hump, jut, prominence, protrusion, protuberance, swelling {zn.}
hobbel
bulge, bump, excrescence, extrusion, gibbosity, gibbousness, hump, jut, prominence, protrusion, protuberance, swelling {zn.}
tumescentie
opzwelling
gezwel
intumescentie
zwelling
opzwelling
gezwel
intumescentie
zwelling
to bug out, to bulge, to bulge out, to come out, to pop, to pop out, to protrude, to start {ww.}
uitstulpen
they bulge
zij stulpen uit
» meer vervoegingen van uitstulpen
to bag, to bulge {ww.}
uitpuilen
I bulge
you bulge
we bulge
ik puil uit
jij puilt uit
wij puilen uit
» meer vervoegingen van uitpuilen