Vertaling van bump
Inhoud:
Engels
Nederlands
bump {zn.}
luchtbel
bobbel
bobbel
bump {zn.}
hobbel
bump, knob, knot, protuberance, tuber, lump, gnarl {zn.}
knoest
knol
knobbel
knol
knobbel
to bump, to knock {ww.}
kwakken
I bump
you bump
we bump
ik kwak
jij kwakt
wij kwakken
» meer vervoegingen van kwakken
to bump, to chance, to encounter, to find, to happen {ww.}
vinden
I bump
you bump
we bump
ik vind
jij vindt
wij vinden
» meer vervoegingen van vinden
Can you find it?
Kan je het vinden?
I must find it.
Ik moet het vinden.
to bump, to dislodge {ww.}
hobbelen
I bump
you bump
we bump
ik hobbel
jij hobbelt
wij hobbelen
» meer vervoegingen van hobbelen