Vertaling van burglary

Inhoud:

Engels
Nederlands
burglary {zn.}
inbraak
braak [v]
burglary {zn.}
huisbraak
burglary {zn.}
kraak [m] (de ~)
braak
inbraak [m] (de ~)


Gerelateerd aan burglary

burglary - larceny