Vertaling van burn
I burn
you burn
we burn
ik brand
jij brandt
wij branden
» meer vervoegingen van branden
I burn
you burn
we burn
ik brand
jij brandt
wij branden
» meer vervoegingen van branden
I burn
you burn
we burn
ik ontbrand
jij ontbrandt
wij ontbranden
» meer vervoegingen van ontbranden
I burn
you burn
we burn
ik brand
jij brandt
wij branden
» meer vervoegingen van branden
I burn
you burn
we burn
ik gloei
jij gloeit
wij gloeien
» meer vervoegingen van gloeien
verassen
I burn
you burn
we burn
ik verbrand
jij verbrandt
wij verbranden
» meer vervoegingen van verbranden
I burn
you burn
we burn
ik verkalk
jij verkalkt
wij verkalken
» meer vervoegingen van verkalken
Voorbeelden in zinsverband
With these eyes, I shall see mountains burn.
Met deze ogen zal ik bergen zien branden.
The pastor said Tom's going to burn in hell.
De pastoor zei dat Tom in de hel zal branden.