Vertaling van burn up

Inhoud:

Engels
Nederlands
to burn, to sear, to strike {ww.}
branden 
verbranden

I burn
you burn
we burn

ik brand
jij brandt
wij branden
» meer vervoegingen van branden

to burn, to be on fire, to sting {ww.}
aan zijn
branden 

I burn
you burn
we burn

ik brand
jij brandt
wij branden
» meer vervoegingen van branden

to burn, to flash on, to take fire, to ignite, to light, to catch fire {ww.}
aanflitsen
aanfloepen
aangaan 
ontbranden

I burn
you burn
we burn

ik ga aan
jij gaat aan
wij gaan aan
» meer vervoegingen van aangaan

to burn, to sear {ww.}
branden 
schroeien
zengen

I burn
you burn
we burn

ik brand
jij brandt
wij branden
» meer vervoegingen van branden

to glow, to glow with heat, to burn, to be ardent {ww.}
blaken
gloeien 

I burn
you burn
we burn

ik blaak
jij blaakt
wij blaken
» meer vervoegingen van blaken

to incinerate, to burn {ww.}
verassen
verbranden

I burn
you burn
we burn

ik veras
jij verast
wij verassen
» meer vervoegingen van verassen

to calcine, to burn {ww.}
verkalken

I burn
you burn
we burn

ik verkalk
jij verkalkt
wij verkalken
» meer vervoegingen van verkalken

to burn, to burn off, to burn up {ww.}
opbranden
to burn down, to burn up, to go up {ww.}
uitbranden
to blaze up, to burn up, to flame up, to flare {ww.}
oplaaien
to blaze up, to burn up, to flame up, to flare {ww.}
opflikkeren
opflakkeren
to burn down, to burn up, to go up {ww.}
afbranden
to burn down, to burn up, to go up {ww.}
verbranden
to burn down, to burn up, to go up {ww.}
schoonbranden
afbranden
to burn down, to burn up, to go up {ww.}
afbranden
platbranden
to blaze up, to burn up, to flame up, to flare {ww.}
opvlammen
oplaaien


Gerelateerd aan burn up

burn - sear - strike - be on fire - sting - flash on - take fire - ignite - light - catch fire - glow - glow with heat - be ardent - incinerate - calcineburn down - build - blaze up - break - burn - clean