Vertaling van burnt
I burnt; burned
you burnt; burned
he/she/it burnt; burned
ik gloeide
jij gloeide
hij/zij/het gloeide
» meer vervoegingen van gloeien
I burnt; burned
you burnt; burned
he/she/it burnt; burned
ik brandde
jij brandde
hij/zij/het brandde
» meer vervoegingen van branden
I burnt; burned
you burnt; burned
he/she/it burnt; burned
ik brandde
jij brandde
hij/zij/het brandde
» meer vervoegingen van branden
verassen
I burnt; burned
you burnt; burned
he/she/it burnt; burned
ik verbrandde
jij verbrandde
hij/zij/het verbrandde
» meer vervoegingen van verbranden
I burnt; burned
you burnt; burned
he/she/it burnt; burned
ik ontbrandde
jij ontbrandde
hij/zij/het ontbrandde
» meer vervoegingen van ontbranden
I burnt; burned
you burnt; burned
he/she/it burnt; burned
ik brandde
jij brandde
hij/zij/het brandde
» meer vervoegingen van branden
I burnt; burned
you burnt; burned
he/she/it burnt; burned
ik verkalkte
jij verkalkte
hij/zij/het verkalkte
» meer vervoegingen van verkalken
Voorbeelden in zinsverband
Everything was burnt to ashes.
Alles is in de as gelegd.
The castle was burnt to ashes.
Het kasteel werd in de as gelegd.
A burnt child fears the fire.
Een verbrand kind is bang voor het vuur.
These houses were burnt down to the ground by the enemy.
Deze huizen werden tot de grond platgebrand door de vijand.