Vertaling van burst
I burst
you burst
we burst
ik berst
jij berst
wij bersten
» meer vervoegingen van bersten
they burst
he/she/it burst
they burst
zij springen open
hij/zij/het sprong open
zij sprongen open
» meer vervoegingen van openspringen
I burst
you burst
we burst
ik scheur
jij scheurt
wij scheuren
» meer vervoegingen van scheuren
knallen
I burst
you burst
we burst
ik plof
jij ploft
wij ploffen
» meer vervoegingen van ploffen
I burst
you burst
we burst
ik spring
jij springt
wij springen
» meer vervoegingen van springen
exploderen
ploffen
I burst
you burst
we burst
ik ontplof
jij ontploft
wij ontploffen
» meer vervoegingen van ontploffen
I burst
you burst
we burst
ik kinkel
jij kinkelt
wij kinkelen
» meer vervoegingen van kinkelen
I burst
you burst
we burst
ik klap
jij klapt
wij klappen
» meer vervoegingen van klappen
I burst
you burst
we burst
ik barst
jij barst
wij barsten
» meer vervoegingen van barsten
doorbreken
I burst
you burst
we burst
ik perforeer
jij perforeert
wij perforeren
» meer vervoegingen van perforeren
uiteenspatten
uitspatten
knallen
I burst
you burst
we burst
ik spat uit
jij spat uit
wij spatten uit
» meer vervoegingen van uitspatten
I burst
you burst
we burst
ik prik open
jij prikt open
wij prikken open
» meer vervoegingen van openprikken
Voorbeelden in zinsverband
He burst into laughter.
Hij barstte in lachen uit.
He burst into tears.
Hij brak in tranen uit.
She burst out crying with joy when she heard the news.
Ze barstte uit in tranen van vreugde toen ze het nieuws hoorde.