Vertaling van butt
Inhoud:
Engels
Nederlands
butt, stub {zn.}
kogelvanger
butt, butt joint {zn.}
stootvoeg
butt, stub {zn.}
stompje
butt, butt end {zn.}
zoolleer
butt, cigaret, cigarette, coffin nail, fag {zn.}
kankerstok
saffie
sigaret
peuk
saffie
sigaret
peuk
butt {zn.}
fust
butt, butt end {zn.}
kolf
butt, butt end {zn.}
geweerkolf
butt, cigaret, cigarette, coffin nail, fag {zn.}
mie
mi
mi
butt, goat, laughingstock, stooge {zn.}
wrijfpaal
pispaal
pispaal
butt, butt joint {zn.}
stuitverbinding
They attained their aim.
Ze bereikten hun doel.
This time my goal is Paris.
Dit keer is Parijs mijn doel.
butt, target {zn.}
schietschijf
butt {zn.}
kolffles
kolf
kolf
butt, target {zn.}
kolf
butt, cigaret, cigarette, coffin nail, fag {zn.}
strootje
sjekkie
shagje
sjekkie
shagje
butt, goat, laughingstock, stooge {zn.}
risee
arse, ass, backside, behind, bottom, bum, buns, butt, buttocks, can, derriere, fanny, fundament, hind end, hindquarters, keister, nates, posterior, prat, rear, rear end, rump, seat, stern, tail, tail end, tooshie, tush {zn.}
achterste
achtersteven
kont
hol
zitvlak
gat
achterwerk
bips
bibs
tooches
reet
posterieur
krent
fundament
derrière
batterij
achtersteven
kont
hol
zitvlak
gat
achterwerk
bips
bibs
tooches
reet
posterieur
krent
fundament
derrière
batterij
My butt hurts.
Ik heb pijn aan mijn achterste.
"It was a big dumpster," Dima said. "And there was a lot of food, so... It wasn't exactly uncomfortable. But yes, smellier than a donkey's behind."
"Het was een grote vuilcontainer," zei Dima, "en er was een heleboel eten, dus... het was niet direct oncomfortabel. Maar ja, het stonk wel nog erger dan het achterste
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
My butt hurts.
Ik heb pijn aan mijn achterste.
The one whose butt got burned has to sit on the blisters.
Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.