Vertaling van buy
I buy
you buy
we buy
ik koop
jij koopt
wij kopen
» meer vervoegingen van kopen
I buy
you buy
we buy
ik schaf aan
jij schaft aan
wij schaffen aan
» meer vervoegingen van aanschaffen
I buy
you buy
we buy
ik schaf aan
jij schaft aan
wij schaffen aan
» meer vervoegingen van aanschaffen
I buy
you buy
we buy
ik koop aan
jij koopt aan
wij kopen aan
» meer vervoegingen van aankopen
I buy
you buy
we buy
ik koop om
jij koopt om
wij kopen om
» meer vervoegingen van omkopen
Voorbeelden in zinsverband
Money doesn't buy happiness.
Geld maakt niet gelukkig.
I want to buy.
Ik wil kopen.
I didn't buy them.
Ik heb ze niet gekocht.
What did you buy?
Wat heb je gekocht?
Buy any dress you like.
Koop de jurk de je wilt.
Why did you buy flowers?
Waarom heb je bloemen gekocht?
I'll buy a new one.
Ik zal een nieuwe kopen.
Where do you buy vegetables?
Waar koopt u groenten?
He can't buy a car.
Hij kan geen auto kopen.
Do you buy that explanation?
Aanvaardt ge deze uitleg?
You cannot buy that judge.
Deze rechter is niet omkoopbaar.
I need to buy stamps.
Ik moet postzegels kopen.
I want to buy some ski boots.
Ik wil skischoenen kopen.
I'm going to buy a new car.
Ik ga een nieuwe auto kopen.
He isn't able to buy a car.
Hij is niet in staat een auto te kopen.