Vertaling van canadian

Inhoud:

Engels
Nederlands
Canadian {bn.}
Canadees
Canadian {zn.}
Canadees [m]
Evangeline Lilly is Canadian.
Evangeline Lilly is Canadees.
Tom doesn't know that I'm Canadian.
Tom weet niet dat ik Canadees ben.
canadian {zn.}
Canadees [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Evangeline Lilly is Canadian.

Evangeline Lilly is Canadees.

Tom doesn't know that I'm Canadian.

Tom weet niet dat ik Canadees ben.

Canadian Thanksgiving Day and Columbus Day in the USA coincide, so Esperanto speakers from both countries take this opportunity to have an international meeting.

De Canadese Dankzeggingsdag en de Columbusdag in de Verenigde Staten van Amerika vallen samen, daarom maken Esperantosprekers uit beide landen van de gelegenheid gebruik om een internationale bijeenkomst te hebben.


Gerelateerd aan canadian

Canadiannational