Vertaling van cat
katje
kattenkop
kat
kattekop
CAT
katten-
poes
kat
uitschijten
uitkakken
I cat
you cat
we cat
ik kots uit
jij kotst uit
wij kotsen uit
» meer vervoegingen van uitkotsen
I cat
you cat
we cat
ik sla omhoog
jij slaat omhoog
wij slaan omhoog
» meer vervoegingen van omhoogslaan
I cat
you cat
we cat
ik cast
jij cast
wij casten
» meer vervoegingen van casten
I cat
you cat
we cat
ik baal
jij baalt
wij balen
» meer vervoegingen van balen
uitgooien
I cat
you cat
we cat
ik werp uit
jij werpt uit
wij werpen uit
» meer vervoegingen van uitwerpen
terugvloeien
they cat
zij stromen terug
» meer vervoegingen van terugstromen
I cat
you cat
we cat
ik kots uit
jij kotst uit
wij kotsen uit
» meer vervoegingen van uitkotsen
kotsen
vomeren
spuwen
overgeven
spugen
I cat
you cat
we cat
ik braak
jij braakt
wij braken
» meer vervoegingen van braken
I cat
you cat
we cat
ik stroom leeg
jij stroomt leeg
wij stromen leeg
» meer vervoegingen van leegstromen
I cat
you cat
we cat
ik braak uit
jij braakt uit
wij braken uit
» meer vervoegingen van uitbraken
I cat
you cat
we cat
ik braak uit
jij braakt uit
wij braken uit
» meer vervoegingen van uitbraken
Voorbeelden in zinsverband
That cat is brown.
Die kat is bruin.
That's my cat.
Dat is mijn kat.
The cat is black.
De kat is zwart.
Cat got your tongue?
Ben je je tong verloren?
She has a cat. This cat is white.
Ze heeft een kat. Die kat is wit.
Don't pick up the cat.
Pak die kat niet op.
We have a white cat.
We hebben een witte kat.
A cat has nine lives.
Een kat heeft negen levens.
The cat is very cute.
De kat is heel lief.
The cat continued to mew.
De kat bleef miauwen.
We ran after the cat.
We liepen achter de kat aan.
She has a white cat.
Ze heeft een witte kat.
The cat has two ears.
De kat heeft twee oren.
He played with his cat.
Hij speelde met zijn kat.
A cat has two ears.
Een kat heeft twee oren.