Vertaling van cavort

Inhoud:

Engels

Nederlands

to cavort, to disport, to frisk, to frolic, to gambol, to lark, to lark about, to rollick, to romp, to run around, to skylark, to sport {ww.}

steigeren

I cavort
you cavort
we cavort

ik steiger
jij steigert
wij steigeren
» meer vervoegingen van steigeren

to cavort, to disport, to frisk, to frolic, to gambol, to lark, to lark about, to rollick, to romp, to run around, to skylark, to sport {ww.}

dollen
robbedoezen
ravotten
raggen
stoeien

I cavort
you cavort
we cavort

ik dol
jij dolt
wij dollen
» meer vervoegingen van dollen

My dog likes to romp in the snow.

Mijn hond vindt het leuk om in de sneeuw te dollen.

to cavort, to disport, to frisk, to frolic, to gambol, to lark, to lark about, to rollick, to romp, to run around, to skylark, to sport {ww.}

voorbijflitsen
voorbijschieten

I cavort
you cavort
we cavort

ik flits voorbij
jij flitst voorbij
wij flitsen voorbij
» meer vervoegingen van voorbijflitsen

to cavort, to disport, to frisk, to frolic, to gambol, to lark, to lark about, to rollick, to romp, to run around, to skylark, to sport {ww.}

doorzoeken

I cavort
you cavort
we cavort

ik doorzoek
jij doorzoekt
wij doorzoeken
» meer vervoegingen van doorzoeken

to cavort, to disport, to frisk, to frolic, to gambol, to lark, to lark about, to rollick, to romp, to run around, to skylark, to sport {ww.}

rondspringen

I cavort
you cavort
we cavort

ik spring rond
jij springt rond
wij springen rond
» meer vervoegingen van rondspringen

to cavort, to disport, to frisk, to frolic, to gambol, to lark, to lark about, to rollick, to romp, to run around, to skylark, to sport {ww.}

ronddartelen

I cavort
you cavort
we cavort

ik dartel rond
jij dartelt rond
wij dartelen rond
» meer vervoegingen van ronddartelen

to cavort, to disport, to frisk, to frolic, to gambol, to lark, to lark about, to rollick, to romp, to run around, to skylark, to sport {ww.}

dartelen

I cavort
you cavort
we cavort

ik dartel
jij dartelt
wij dartelen
» meer vervoegingen van dartelen

to cavort, to disport, to frisk, to frolic, to gambol, to lark, to lark about, to rollick, to romp, to run around, to skylark, to sport {ww.}

keten

I cavort
you cavort
we cavort

ik keet
jij keet
wij keten
» meer vervoegingen van keten